Historie van de kerk

De geschiedenis van de Laurentiuskerk

Opgebouwd uit bakstenen en resten tufsteen staan de aan Laurentius gewijde kerk en de vrijstaande toren op een verhoogd kerkhof. De Laurentiuskerk in Baflo is een oude kerk; het oudste gedeelte van de kerk is te dateren rond 1150-1200. De eerste melding van ‘Sunte Laurencius’ als ‘patroen to Bafflo’ komt uit 1454. De Laurentiuskerk was toen een belangrijke kerk, namelijk de ‘mater ecclesia’ van de proosdij Baflo, één van de zes proosdijen van de Ommelanden.

De toren is ongeleed en heeft een zadeldak met dakruiter. Vermoedelijk werd de toren in de 16e of 17e eeuw ongeveer zeven met verhoogd tot de huidige afmetingen. In de dakruiter op de toren zit een klein klokje om de schafttijd aan te geven; het ‘zoep’mbrij’ klokje, genoemd door de karnemelkse pap die men tijdens de schaft at. Op de begane grond heeft de toren een cachot.

Aan de kerk is in de loop van de eeuwen veel veranderd. In de 13e eeuw werd de kerk verbreed en de lengte verdubbeld, en vermoedelijk stamt ook het huidige koor met rondboogvensters en –nissen uit deze eeuw. In de late middeleeuwen werden spitsboogvensters ingebroken die later vergroot zijn. Gevelstenen uit verschillende eeuwen wijzen op andere verbouwingen, zoals die uit de achttiende eeuw en 1808. Tijdens de restauratie van 1981-83 werd bij het verwijderen van de klimop aan de zuidzijde een hardstenen wijzerplaat met cijfers en ingehakte versieringen vaag zichtbaar.

Het fraaie balkenplafond met sleutelstukken zat verborgen onder een schrootjesplafond uit de 19e eeuw. In de lange wanden is een versnijding zichtbaar, die samen met de zwaarte van de muren kan wijzen op een overwelving in steen, die in 1815 zou vervangen zou zijn door de balkenzoldering.

Het interieur is gevuld met banken uit de late 19e eeuw. De preekstoel uit 1792 werd in 1947 door brand verwoest en vervangen door een uit Engelbert afkomstige kansel uit het midden van de 17e eeuw. Op het ornament onderaan de kuip zijn bijzondere versieringen te zien: ‘geteld geld’. Op een balustrade over de gehele breedte van de kerk is het huidige kerkorgel dat in 1876 werd gebouwd door Roelf Meijer.

Verder bevinden zich in de kerk onder anderen een offerblok en acht metalen schilden van de grafkisten van het geslacht Jarges. In de kerk ligt een aantal grafzerken; de oudste is van Jacob Halsema (overleden in 1587).